(gastblog door Marian de Jong, oud medewerker FACT team verslavingszorg)
Met Klaas had ik afgesproken bij de dagopvang, omdat hij op dat moment dakloos was en de dagopvang was één van de vaste plekken om elkaar te ontmoeten. Ik had mijn auto geparkeerd bij de gracht, zo’n 50 meter van de dagopvang af en liep in die richting toen ik een woeste Klaas de deur uit zag stappen en op me af zag komen. Behangen met tassen en als gewoonlijk met pet op, het lange haar er in slierten onderuit, kwam hij vloekend en tierend aangelopen.
‘Wat is er aan de hand?’, riep ik hem toe, waarop het verhaal begon…
‘Kutstreek! Se kenne me daar nou al jaren en nu wille se me der niet in late omdat ik mijn toegangspas kwijt ben. Ik heb ‘m vast ergens, maar je weet, ik ben wel es vaker wat kwijt en met al die tassen is het klote soeken. En dan late se me niet binnen en dan wordt het soeken nog veel klotiger.’
Dus ik zeg tegen Klaas dat we er éven rustig de tijd voor moeten nemen. De spullen éven achter in mijn auto laden en dan stuk voor stuk de tassen éven rustig moeten doorzoeken.
Helaas had Klaas daar in alle hectiek en toestanden geen tijd voor en dus opende hij naast mijn auto alvast de eerste tas en schudde de daaruit vrijgekomen slaapzak helemaal uit. Nu waaide het nogal en zoals gezegd stond mijn auto vlak naast de gracht. Allebei tegelijk zagen we de toegangspas met de wind mee vliegen en met een sierlijk boogje in de gracht landen. Gelukkig bleef het ding drijven. Eerst beduusd en vervolgens weer woest tierend zocht Klaas naar een hulpstuk om de pas uit het water te redden. Op een onbemand schip vond hij een pikhaak en die kon misschien wel van nut zijn. Plat op zijn buik gelegen tussen mijn auto en de gracht in, zich ondertussen doodschamend over het feit dat hij er zo bij lag, probeerde hij met de pikhaak de pas onder controle te krijgen. Het lukte hem jammer genoeg net niet lang genoeg het geduld te bewaren.
Van lieverlee ben ik ook maar plat op mijn buik gaan liggen en heb ik de pikhaak van Klaas overgenomen. Mijn geduld bleek iets bestendiger. Met beleid en onder luide toejuiching en adviezen van Klaas (‘Je hebt hem bijna! Nu nog éééven rustig aan doen…. kijk uit!! Oeiiiiiiii op het nippertje! Goed gedaan man!!’) lukte het uiteindelijk de pas weer op vaste wal te krijgen. Dat was een opluchting! En het scheelde bovendien 5 harde euro’s om weer een nieuwe pas aan te moeten vragen. Gezamenlijk zijn we, trots op onszelf en de verrichte inspanning, de dagopvang ingegaan om het aldaar geplande gesprek te voeren. Toen we klaar waren vervolgden we ieder onze eigen weg.
Bij het afscheid voegde Klaas me tussen neus en lippen toe: ‘En nog bedankt voor ‘t vissen hè!’