Category: Huis van Bewaring

Opstand in Huis van Bewaring in Groningen; een vervolg in 1977 in Assen.

In 1971 vond de eerste opstand in het Huis van Bewaring in Groningen plaats en in 1974 de tweede. Bij deze laatste opstand was het Huis van Bewaring zo beschadigd geraakt dat het voorlopig niet meer te gebruiken was. Het Huis van Bewaring in Assen, dat kort daarvoor vanwege zijn monumentale status was gesloten, werd heropend.

Ik had na de tweede opstand de rechtszitting daarover, als student Sociale Psychologie, met een aantal mede studenten gevolgd. We maakten allen deel uit van de studiegroep Sociale Deviantie en hadden belangstelling gekregen voor het gevangeniswezen en haar bewoners. Eerst zagen we de film Attica over de grote gevangenisopstand in de staat New York in de VS. Deze opstand was het gevolg van de voortdurende en oplopende spanningen tussen de bewakers met een plattelandsachtergrond en de gevangenen met een grote stad achtergrond. We zagen daarin enige gelijkenis met de Nederlandse situatie in Veenhuizen. Het volgen van de rechtszitting in Groningen was onze tweede confrontatie met een gevangenisopstand. Deze had wel een veel milder karakter dan die in Attica. De rechtszitting duurde de gehele dag en was zeer interessant, temeer daar wij ons als bezoekers in het gezelschap bevonden van de dominee, Wichert Hoekert, na wiens kerkdienst de opstand was begonnen. Hij kon de verhalen en ook de beelden, aanvullen met interessante inside informatie. Ik ben later bevriend met hem geraakt. Aan deze vriendschap kwam helaas in 2006 een eind door zijn plotselinge overlijden.

In 2004 ging Wichert Hoekert met pensioen en voor zijn afscheid hebben vrienden een Liber Amicorum geschreven met als titel “Verhalen”. Uit mijn bijdrage daaraan put ik over de dreigende opstand in het Huis van Bewaring in Assen in 1977 waarover ik hier vertel.

De directeur van het Huis van Bewaring in Groningen en later ook van het Huis van Bewaring in Assen vermoedde dat Wichert Hoekert achter de opstand in 1974 zat en wilde graag van hem af. In 1976 zag hij zijn kans schoon toen hij een beoordeling over hem naar het Ministerie van Justitie moest sturen. Hij opent zijn brief aan de staatssecretaris van Justitie van 3 november 1976 met:

“Naar aanleiding van Uw bovenaangehaald schrijven, heb ik de eer Uw Excellentie te berichten, dat ik het helaas niet eens kan zijn, met uw voornemen tot aanstelling in vaste dienst van Ds. W.J.H. Hoekert.”

Ter motivering van zijn standpunt voert de directeur onder andere het volgende aan:

“Zijn wijze van functioneren in deze inrichting zou nog te accepteren zijn van een dominee, die voorganger is van een gemeente buiten en zo nu en dan deze inrichting zou bezoeken, om de geestelijke nood van de gedetineerden te lenigen, kerkdienst zou houden en mogelijk een spreekuur. Dan zou het gebrek aan realiteitszin en het gebrek aan mensenkennis, hoogst waarschijnlijk minder storend werken dan nu, waar bij een confrontatie duidelijk irritaties worden opgewekt bij directie en medewerkers door de kennelijke naïviteit, waarmede problemen en voorstellen worden ingebracht.”  

En even verder:

“Hij vindt elke gedetineerde leuk, lief en aardig, hetgeen helaas in vele gevallen anders is.”

En:        

“Als geestelijk verzorger beantwoordt hij niet aan het verwachtingspatroon, dat gedetineerden en personeel van een geestelijk verzorger hebben.”

Nu zult u zich afvragen hoe wij toch over zo veel informatie uit een vertrouwelijke brief met een beoordeling van een medewerker beschikken.

Daarvoor moeten we even terug gaan in de tijd. In 1976 kon je als gedetineerde “het baantje” reiniger verwerven. Ik geloof een gewild baantje, omdat je dan behoorlijk wat bewegingsvrijheid had. Iets wat we tegenwoordig niet meer kennen is carbonpapier. Dat werd gebruikt om van een brief een kopie te maken. Je kon dat soms wel meerdere keren gebruiken, maar ook direct weg gooien.

De directeur van het Huis van Bewaring had voor zijn brief carbonpapier gebruikt en (later) weg gegooid. De gedetineerde die destijds reiniger was, was kennelijk een nogal nieuwsgierig type. Dus hij gooide de inhoud van de prullenbak van de directeur pas weg na de inhoud goed bekeken te hebben. Hij kon op het stuk carbonpapier de gehele inhoud van de brief van de directeur over de dominee lezen en was ronduit geschokt. Hij stak het stuk bij zich en nam het mee naar de luchtplaats om het de andere gedetineerden te tonen en er met hen over te praten. Eén van hen heeft de moeilijk leesbare brief van het carbonpapier over getypt. Vervolgens hebben de gedetineerden op 14 januari 1977 gezamenlijk een brief opgesteld, gericht aan de staatssecretaris van Justitie. Deze brief eindigt met:

“Wij kunnen ons best voorstellen dat de direkteur vindt dat wij slechts tuchtiging verdienen. Wij kunnen aanvaarden dat de direkteur ons geen goeie dominee gunt. Maar het wekt onze afkeer op dat de dominee met alle middelen, zelfs grove leugen(s), wordt zwart gemaakt.
Wij hopen dat U onze onmacht kunt compenseren.
                                                          
                                                                                Met de meeste hoogachting,”

Het trof dat onze reiniger, Hans J uit Groningen, vrij kwam. Hij had beide brieven bij zich en kon toelichten dat er een grimmige sfeer onder de gedetineerden heerste.
Wij maakten dat wereldkundig als een dreigende opstand in het Huis van Bewaring en dat leidde tot veel media-aandacht, waaronder het NOS-journaal, toen nog gepresenteerd door Frits Bon. Hij ging er ook zelf als verslaggever op uit, onder andere om ondergetekende te interviewen. Ik moet nog een beetje lachen als ik weer voor me zie hoe Frits Bon met ferme stappen naar het Huis van Bewaring loopt en probeert brutaal naar binnen te stappen en dan ontdekt dat de voordeur niet meegeeft.

De toenmalige staatssecretaris van Justitie Zeevalking reisde af naar Assen en heeft volgens een verslag dat de gedetineerden daarover maakten ook overleg met hen. Uiteindelijk kreeg Wichert Hoekert zijn vaste aanstelling  en vertrok later op eigen initiatief naar de Bijlmer bajes in Amsterdam, waar hij tot zijn pensionering gevangenisdominee bleef.

De directeur moest een aantal jaren later (1983) vertrekken.

Bij de receptie ter gelegenheid van de pensionering van Wichert Hoekert werd me pas duidelijk hoe veel en op welk hoog niveau er was overlegd tussen kerkelijke vertegenwoordigers en het Ministerie van Justitie.

Hoe zou het nu met Hans J zijn?

Nerveuze gevangenen: ‘Vonnis Nu’

Bron: Groninger Archieven

Dit was de toestand waarin het Groninger Huis van Bewaring (HvB) zich bevond na De Opstand in 1974.

De toestand van de opstandelingen was al niet veel beter.
Op 16 augustus 1974, slechts 12 dagen na de opstand, stond in het Nieuwsblad van het Noorden een artikel daarover.

Wat was er aan de hand? In het HvB Groningen was niet meer te leven, dat mocht duidelijk zijn, en alle gedetineerden, dus ook de opstandelingen, waren afgevoerd naar Veenhuizen en Assen.
De opstandelingen in Assen waren daar bepaald niet geliefd. Men voelde zich er niet echt thuis om het maar even zo uit te drukken en dat leidde tot grote zenuwen.

“Een aantal gedetineerden dat na het oproer in het Groninger Huis van Bewaring naar Assen is overgeplaatst, voelt zich daar erg gespannen. Drie van hen vroegen gisteren de Groninger rechtbank, waarvoor zij moesten verschijnen, dan ook onmiddellijk vonnis te wijzen. Ze wilden graag weten waar ze aan toe waren. Zenuwachtig als ze waren na de opstand in Groningen konden ze een extra spanning van veertien dagen wachten op een vonnis er niet meer bij hebben.”

Hmm dat is wel interessant. Dit waren toch de mannen die op het dak stonden te smijten en te schreeuwen? Dat was hoog boven de grond, ze hadden het halve Huis van Bewaring kort en klein geslagen, andere gedetineerden ‘scheten geweerolie van angst’ en nu dit?!
Het artikel vervolgt:

“Rudi K (35) uit Groningen bijvoorbeeld – verdacht van een aantal inbraken en diefstallen- was volgens zijn advocaat door de gebeurtenissen in het Huis van Bewaring zo nerveus geworden dat hij geen vast voedsel kon binnenhouden en kalmeringsmiddelen moest slikken. De rechtbank willigde K’s verzoek om ‘n onmiddellijke uitspraak in. Na beraad veroordeelde de rechtbank de havenarbeider/musicus overeenkomstig de eis tot 5 maanden met aftrek van voorarrest.”

Ik ben benieuwd waar Rudi K. is. Hij moet nu ongeveer 75 jaar zijn. Stond hij op dat dak of was hij er juist niet bij? Want je kunt ook weer niet uit het artikel halen of deze mannen nerveus waren vanwege hun betrokkenheid bij de opstand, of omdat ze een posttraumatisch stress syndroom hadden opgelopen.

Mijn indruk is, dat de rechtszittingen al gepland stonden vóór de opstand. In de jaren zeventig deed men volgens mij nog niet aan snelrecht. Het artikel geeft ook daar geen duidelijkheid over.
Dat is dus best apart, want dan lijkt het erop dat de opstand niet meegenomen is in de strafeis. De strafeis lijkt mij anders een beetje weinig eigenlijk. Inbraken en diefstallen, plus een miljoen gulden schade, de rechtsorde geschokt vanwege de maatschappelijke impact, en dan 5 maanden? Met aftrek van voorarrest zal het dan niet veel meer dan nog 2 maanden zitten geweest zijn. Het waren natuurlijk wel de zeventiger jaren, misschien dat dat meespeelde in de hoogte van de strafeis? Afijn. Zijn ze er later dan nog voor veroordeeld? Daar is niets over te vinden in de Krant van Toen.
Dan nog dit.

“Het verzoek van de 22 jarige Frederik P. om een onmiddellijke uitspraak werd niet ingewilligd. De rechtbank vond zijn zaak te ingewikkeld en wijst nu over 14 dagen vonnis. P. had onder anderen in februari een fiets door een ruit gegooid, was in april het huis van een buurman van zijn vriend binnengedrongen en had de bewoner mishandeld en met een dolkmes bedreigd, ook had hij een tas en een portefeuille met honderden guldens gestolen van een prostituee en een man die bij ‘n vriend van hem op bezoek was bij de keel gegrepen en zijn portefeuille met onder meer 110 gulden ontfutseld.

Volgens P. was dat allemaal gebeurd onder invloed van alcohol. Verschillende malen dronk hij 70 tot 80 glazen bier voor hij geweld of een diefstal pleegde. Bovendien vond P. dat het wel even anders lag dan in de dagvaarding stond. De prostituee zou eerst hem bestolen hebben, en wat betreft de man die hij bij de keel gegrepen had, had hij wel veel gemener kunnen zijn. Hij had gezien dat deze een spaarbankboekje met tienduizend gulden en een legitimatiebewijs bij zich had, maar bleef daar vanaf.

Hij schrok dan ook wel van de eis: 12 maanden (met aftrek) waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Stilletjes huilend zat hij op de verdachtenbank.”

Tja. Frederik P. was de man van de dakpannen. Wat je hem toch na moet geven, is dat hij de rechtbank niet onder druk zet met verhalen over niet kunnen eten en kalmeringstabletten vanwege de stress, althans dat vermeld het artikel niet. Want nummer drie in dit artikel, de 23 jarige Berend N. uit Musselkanaal, wilde juist weer wel kalmeringstabletten maar kreeg ze niet; hij kreeg wel een onmiddellijke uitspraak van de rechtbank, dat dan weer wel.

Wat mij treft in dit artikel is het grote verschil tussen die foto op dat dak, de puinhoop binnen, en dan nu de zenuwen van de opstandelingen, gesteld dat ze allemaal betrokken waren. Ik snap het ook niet goed moet ik zeggen. Hoezo moet iedereen aan de pillen voor de stress? Hoezo huilend op een bankje na een eis van uiteindelijk 9 maanden?

Wat deden jullie dan op dat dak mannen?!
Wie hebben jullie toen overschreeuwd? Het gezag van het Huis van Bewaring waar je opgesloten zat? Of jezelf?

Opstand Huis van Bewaring Groningen, 1974



Ziet u die man in het midden van het dak, de man die met een dakpan gooit? Die man is onlangs overleden. Helaas, want ik had nog met hem willen bespreken, wat hij op dat dak aan het doen was, bijna 40 jaar geleden. Zijn familie schaamde zich rot voor zijn ge en voor alle publiciteit die deze stunt met zich meebracht. Hij kwam uit een arm, maar netjes arbeidersgezin. Hij was de enige uit het gezin die een leven aanging van verslaving, criminaliteit, en moeilijkheden.

Toen ik hem leerde kennen was hij ongeveer 20jaar ouder dan op deze foto. Ik heb heel lang niet geweten, dat hij bij de opstand betrokken geweest was. Best raar, want ik heb zelf 6 jaar in dit Huis van Bewaring (HvB) gewerkt, ik heb daar veel gehoord over de opstand. Maar niet over wie er precies bij betrokken waren.

Hoe dan ook.

Als ik de kranten van die tijd erop nakijk, was het nogal wat, deze opstand. Hij was ontstaan na een klein meningsverschil tussen een gedetineerde en een bewaarder. Na de kerkdienst, 4 augustus 1974 was op een zondag,zijn er 7 gedetineerden naar de hoogste etage gegaan en hebben de opstand uitgeroepen. Hoe ze precies op het dak gekomen zijn, is niet goed terug te halen uit de kranten; dat was een van de vragen die ik aan mijn client had willen stellen.

Uiteindelijk is binnen brand uitgebroken en brak buiten een onweer los met veel bliksem en regen. Uiteindelijk hebben de opstandelingen zich overgegeven aan de politie en zijn naar verschillende andere HvB’s afgevoerd. In het HvB was voor een miljoen gulden schade aangericht. Dat was ook toen al een enorm bedrag.

De gedetineerden die niet meededen, waren bang geweest. Uit een artikel van het Nieuwsblad van het Noorden, 5-8-1974:

“Ik heb al die tijd zitten trillen, ik scheet gewoon geweerolie van angst. Gelukkig had ik valium bij de hand’ vertelt de Groninger D, die het vanmorgen het HvB verliet. Aan de vooravond van zijn ontslag brak de opstand uit. Zijn eerste gang vandaag was naar de kroeg. ‘Ik moet nog een paar borrels voor de schrik hebben’ vertelt hij.

D. zegt niets met de opstand van doen te hebben gehad. ‘Toen de herrie om ongeveer 3 uur begon, ben ik in mijn cel onmiddellijk op het toilet gaan zitten. Maar de opstandelingen sloegen met 2 klappen de deur van mijn cel open. Ik wilde niet meedoen, want ik zou vandaag vrijkomen. Met 20 anderen, die ook niets met de opstand te maken wilden hebben, liepen we naar het hek. De opstandelingen scholden ons uit voor lafaards. Ook gooiden ze glas naar beneden’ aldus D. “

De mannen op het dak, wat dachten zij? Waren ze ook bang, of zaten ze in een soort overwinningsroes? Kijk hoe de man rechts op de foto staat, als een trotse koning, zijn houding straalt een en al triomf uit. Kijk naar mijn client, die altijd wel in was voor een relletje en wat lol, hoe hij staat te smijten met die dakpannen. Wat had ik zijn verhaal graag nog gehoord. Ik was te laat.

Toen ik hem er naar vroeg, een van de laatste keren dat ik hem opzocht, hij lag in het ziekenhuis, vond hij het leuk dat ik de foto kende en dat ik er wat meer over wilde weten. Hij was erg kortademig en op dat moment konden we niet lang praten. Maar hij vond het leuk om het verhaal op een ander moment te vertellen, en vooral, die foto nog eens te zien.

Als voorafje zei hij, met een nostalgische blik en een wat vermoeide glimlach: “Ach, dat waren kwajongensstreken…”

Juist ja.