Bron: Joop van Gilsdonk, 2005
Joop van Gilsdonk, inmiddels gepensioneerd verslavingsarts bij de AVG en bij VNN, wist het al jaren; de omgeving speelt een hele grote rol in het onderhouden van een verslaving. Om dat duidelijk uit te leggen, had hij het Muizenverhaal. Op zijn afscheid van de verslavingszorg heeft hij het alle aanwezigen cadeau gedaan.
De strekking van het verhaal: zet twee muizen in een laboratorium en maak ze verslaafd. Verhuis dan één muis naar een ander lab en geef hem de dosis heroïne waar hij inmiddels aan gewend is. Die muis denkt kennelijk, dat hij hele goede kwaliteit dope binnen krijgt en reageert veel heftiger op zijn dosis dan voorheen, terwijl de muis die nog in de oude omgeving zit niks bijzonders merkt aan de dagelijkse hoeveelheid.
Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe dat kan; dezelfde hoeveelheid drugs die in een andere dan de normale omgeving als veel heftiger beleefd wordt. Daar zijn zelfs mensen aan dood gegaan. Het is een evidence based verhaal, inmiddels.
Een Groninger die jaren clean is en weg uit de stad, kan weer ontwenningsverschijnselen krijgen, letterlijk, bij het weerzien van de Martinitoren in Stad. Of bij het adres Herebinnensingel 35, waar ooit de gebruiksruimte floreerde als warme plek voor dak- en thuisloze overlast gevende harddrugsverslaafden; en waar harddrugs gebruiken eigenlijk een voorwaarde was. Of bij een hartelijk weerzien met mij, hun oude begeleidster, maar ook degene die in de gebruiksruimte de spuiten of de folie aangaf en soms wel eens wat geld leende voor een pakje shag c.q. een pakje van de dealer.
Het is zoals het is. Joop zegt er in zijn boekje over: ‘afkickziek zijn heeft alles te maken met de omgeving waarin men verslaafd is geraakt. En ook de tolerantie – onlosmakelijk verbonden met de afkickziekte – kan niet los gezien worden van de omgeving.’ Dat betekent dus ook, dat motivatie om clean te worden wellicht minder belangrijk is, dan bijvoorbeeld omgevingsfactoren. Dat is een belangrijk verschil als je mensen effectief wilt behandelen voor hun verslaving. Het verhaal van Joop komt uit de tachtiger en negentiger jaren. De jaren van de heroïne epidemie en de nasleep ervan. In de nasleep zijn veel verslaafden minder heroïne gaan gebruiken, ze kregen methadon, maar meer coke en/of alcohol. Verslaving blijft verslaving. Terug in je oude stad, in je oude wijk, bij alles wat ooit associeerde met verslaving; het blijft triggeren en trekken.
Maar er is hoop. Er is een pil ontdekt die eigenlijk bedoeld is om hoge bloeddruk tegen te gaan. Maar hij heeft als wonderlijke en fijne bijwerking, dat de herinnering aan verslaving, gewist lijkt te worden. Vooral bij alcohol- en cocaïne verslaving lijkt de pil werkzaam.
Dat is handig. Want niet herinneren, is niet langer getriggerd worden door al die ouwe memories. En zoals Joop dat ooit al zei, zijn die memories, in je systeem en in je lichaam, het grootste risico op terugval. Dus iemand die wil stoppen, kan voor een korte opname naar de kliniek; vervolgens deze pil, Isradipine, er in en klaar ben je.
Wishfull thinking of werkelijkheid? Wie durft?